Product factsheet

Productnaam
Maurer XC1-R
Leverancier
Maurer
Website leverancier
www.maurer.nl
Typenummer
5.0
Jaartal van invoering
2020
Beoordelingsstatus
0; 1
MKM Productconcept
1.2b2 - Stalen randprofielen met ingeklemde voegprofielen in verankerde onderbouw van de constructie met randbalken, met geluidsreducerende maatregelen

Illustraties

Algemeen

Beoordelingsstatus
0 Eigen verklaring door leverancier op basis van interne verificatie (Declaration of Performance)
1 Product aanvullend beoordeeld en geschikt geacht door Rijkswaterstaat
Normen algemeen
RTD1007-2 v3 Eisen voor voegovergangen (versie 3.0)
Normen geluid
RTD1007-3 v1 Geluidseisen voegovergangen (versie 1.0)
Geschiktheid voor RTD1001/ROK 1.3 (of nieuwer) Niet geschikt

Criteria

ObjecttypeGeschikt voor:Verkeersbrug
Verkeerscategoriein NobsCat. 1 (2.000.000 Nobs)
WegdektypeGeschikt voor:DAB
ZOAB
2-laags ZOAB
Fijn 2-laags ZOAB
Dunne deklaag B
Ander wegdektype
IntegraalbouwGeschikt voor:Niet integraal kunstwerk
VerkeerslichtenGeschikt bij:Verwacht stilstaand, optrekkend en remmend verkeer als gevolg van verkeerslichten
Geen verwacht stilstaand, optrekkend en remmend verkeer als gevolg van verkeerslichten
BochtenGeschikt bij:Schrankend (vracht)verkeer als gevolg van (krappe) bochten
Geen schrankend (vracht)verkeer als gevolg van (krappe) bochten
Minimale horizontale boogstraalGeschikt bij:Boogstraal > 350m
Boogstraal ≤ 350m
Maximale langshellingin %4
Mechanische verankeringja
Minimaal benodigde inbouwhoogtein mm110
Breedte frontwandMinimaal benodigde breedte (eenzijdig) in mm
in mm300
Maximale voegspleet in neutrale stand brugdekin mm110
Ontwerplevensduur bovenbouwin jaren40
Ontwerplevensduur onderbouwin jaren40
Ontwerplevensduur afdichtingsprofielin jaren15
Ontwerplevensduur overige onderdelenin jaren-

Geluidslabelwaarde

Geluidslabelwaarde (GLW)

50 km/u60 km/u70 km/u80 km/u90 km/u100 km/u110 km/u120 km/u130 km/u
72,674,576,177,578,779,880,881,782,6

Bij een kruisingshoek van 90° in dB(A)

Geluidslabelwaarde op basis van generieke waarden Meerkeuzematrix (voegconcept)

Kruisingshoek verrekenen in geluidsprestatie wel / niet toegestaan.

Dilatatiecapaciteit

Minimale kruisingshoekin graden, oa. voor geluidlabelwaarde- en dilatatietabel 60

Dilatatiecapaciteit

Kruisingshoek in graden20
160
25
155
30
150
35
145
40
140
45
135
50
130
55
125
60
120
65
115
70
110
75
105
80
100
85
95
90
Langsrichting Δx (totaal)--------115110106103101100100
Loodrecht op voeg Δxv (totaal)--------100100100100100100100
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 0mm
--------00000010
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 10mm
--------678881012
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 20mm
--------6810981113
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 30mm
--------68111081215
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 40mm
--------69131191317
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 50mm
--------510141291419
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 60mm
--------5111613101521
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 70mm
--------5111714101623
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 80mm
--------5121915101725
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 90mm
--------5122015101826
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 100mm
--------4132216101928
Minimale voegopening in rijrichting
montage afdichtingsprofiel
(richting Δx)
--------35333231303030
Verticaal Δz (eenzijdig)10 

in mm

Eigenschappen

Mechanische eigenschappen

Weerstand tegen verkeersbelasting
- --0++ +
In principe een goede weerstand tegen intensieve verkeersbelasting. De boutverbinding van type 1.2b2 kan op termijn in de praktijk problemen geven, dit behoeft aandacht bij inspecties en onderhoud. De in het rijoppervlak aanwezige staalvezelbetonbalken kunnen op lange termijn schade ondervinden. Bij spoorvorming in het asfalt wordt het staalvezelbeton aangereden, deze is bij dit type niet beschermd door een achterstrip.

Weerstand tegen interne krachten

Score
- --0++ +
Veerstijfheid bij minimum temperatuurkN/mm per m1 voeg -
Veerstijfheid bij maximum temperatuurkN/mm per m1 voeg -
Maximale opspankracht (trek)kN per m1 voeg 2.9
Maximale opspankracht (druk)kN per m1 voeg 10.7

Eigenschappen mbt. veiligheid in gebruik

Oneffenheid
- --0++ +
Deze constructies kunnen zeer nauwkeurig qua hoogte worden afgestemd op de omringende omgeving. De onderlinge constructiedelen vormen samen tevens een tamelijk vlak geheel.
Tolerantie inbouwvlakheid tov. verhardingnegatieve waarde in mm -3
Opdrukking voegoppervlak bij verlenging objectdeelin mm, leeg indien niet van toepassing -
Inzakking voegoppervlak bij verkorting objectdeelnegatieve waarde in mm, leeg indien niet van toepassing -
Stroefheid
- --0++ +
Contactoppervlak stalen delen is beperkt door kleine sinusplaten met daarin relatief grote boutgaten en licht ingefreesde profilering

Eigenschappen mbt. waterdichtheid

Betrouwbaarheid waterdichtheid
- --0++ +
Dit wordt vooral bepaald door de uitvoeringskwaliteit ter plaatse van knikken in het randprofiel. De waardering is gebaseerd op fabrieksmatig vervaarde gootstukken.

Eigenschappen mbt. duurzaamheid

Corrosiviteitscategorie
C1C2C3C4C5nvt.
Duurzaamheidsklasse
laagmiddelhoogzeer hoognvt.
Levensduurverwachtingin jaren 40
Conserveringssysteem en norm Thermisch verzinkt volgens NEN-EN-ISO 1461 met verhoogde zinklaagdikte volgens prestatieverklaring

Eigenschappen mbt. temperatuurbereik

Geverifeerd minimaal temperatuurbereikin °C -40
Geverifeerd maximaal temperatuurbereikin °C 50

RAMS prestaties

Betrouwbaarheid

Uitvoeringsongevoeligheid
- --0++ +
De betrouwbaarheid wordt in grote mate beïnvloedt door de uitvoeringskwaliteit van de voorgespannen verbinding van de sinusplaten. Deze is gevoelig van uitvoeringsfouten (onvlakheden, vuil in contactvlakken of boutgaten, locale oneffenheiden ter plaatse van bouwplaatslassen). Waardering is gebaseerd op de toepassing van kleine sinusplaten en redelijke goede vlakheid van de gewalste contactvlakken. Bouwplaatslassen worden in principe niet toegepast, tenzij noodzakelijk voor een fasering.
Slijtvastheid
- --0++ +
Staalvezelbeton is op lange termijn onderhevig aan enige slijtage en behoeft dan mogelijk onderhoud.
Aantastingsongevoeligheid
- --0++ +
Weerstand tegen aantasting is door hoogwaardig materiaalgebruik erg goed. Staalvezelbeton is op lange termijn onderhevig aan enige verwering en behoeft dan mogelijk onderhoud. EPDM rubber is onderhevig aan veroudering en heeft niet de levensduur van de voegovergang

Beschikbaarheid

Beschikbaarheid
- --0++ +
Ten opzichte van het onderhoud aan de verharding vereist voegfamilie 1 extra vast (jaarlijks) onderhoud in de vorm van reiniging. Problemen met sinusplaten vormen verder een risico op onverwachte niet-beschikbaarheid.
Indexwaarde niet beschikbaarheid 116
Vast Onderhoud: 1 x per jaar reinigen na de winter: 1 x 100 jaar =100 Variabel onderhoud: vervangen afdichtingsprofiel iedere 15 jaar (gelijktijdig met onderhoud verharding): 1 x 4 = 4 Vervangen voegovergang iedere 40 jaar: 6 x 2 = 12

Onderhoudbaarheid

Vast onderhoud
- --0++ +
Variabel onderhoud
- --0++ +
Vervanging
- --0++ +
Vervanging betreft de hele voegovergang inclusief de verankering. Vervanging in WBU is meestal niet kwalitatief goed mogelijk en kan beter worden vermeden.

Veiligheid

Risico op letselschade bij falen
- --0++ +
Waardering is bij concept 1.2b2 gebaseerd op risico van loskomende sinusplaten en de daardoor ontstane hoogteverschillen en uitstekende delen in het rijoppervlak die een gevaar kunnen vormen in het verkeer.

Kosten

Indexwaarde LCC (nieuwbouw) -
Indexwaarde LCC (bestaand object) -

Eisen, Risico's en Raakvlakken

Standaard eisen voor dit product
  • Achteraf aangebrachte ankers (in verhard beton) dienen te voldoen aan CEN/TS 1992-4-5 en achteraf aangebrachte verbindingen met wapening dienen te voldoen aan EOTA Technical Report 23.
  • De afstelling van de voegovergang in relatie tot de constructietemperatuur (op het moment van inbouwen) dient te worden gespecificeerd. Afhankelijk van de uitnutting van de capaciteit van het product, dient de werkwijze hier op te worden afgestemd.
  • De dikte van de zinklaag van het klauwprofiel dient minimaal 80 um te zijn voor 25 jaar levensduur (NBD00400) en 140 um voor 40 jaar levensduur (RTD1007-2)
  • De hoogteligging van de voegovergang ten opzichte van de aansluitende verharding dient te liggen binnen +0/-3mm.
  • De positie van de in te boren/verlijmen stekken dient zodanig te zijn dat de langswapening waarover de stek gebogen wordt binnen de ombuiging van de stek valt.
    De stek dient in principe haaks over de langswapening gepositioneerd te worden; een hoek is alleen toegestaan zolang aan bovenstaand criterium is voldaan.
  • De verankeringslengte dient conform ontwerp te worden uitgevoerd; het is niet toegestaan stekken in te korten.
  • De voegopening in het kunstwerk dient vrij te kunnen bewegen en mag geen restanten van bekisting of puin te bevatten.
  • De waterafvoer op het brugdek mag niet gehinderd worden door de voegovergang (RTD1007-2 hoofdstuk 5.3.5)
  • Direct bereden beton dient vervaardigd te zijn uit staalvezelbeton volgens BRL5060 met taaiheidsklasse 3 of gelijkwaardig (kleur antraciet) waarbij de karakteristieke druksterkte bij ingebruikname in geen geval lager mag zijn dan 30 MPa.
  • Eventueel benodigde stuiklassen in het randprofiel dienen nooit ter plaatse van de rijsporen, maar in het midden van een rijstrook gepositioneerd te worden.
  • Het aandraaien van voorspanankers/bouten dient te gebeuren conform de eisen van de leverancier. De bouten dienen nauwkeurig d.m.v. een gecalibreerde momentsleutel op het juiste moment gezet te worden.
  • Het betonoppervlak dient direct na het afwerken te worden nabehandeld met een plastic folie. Indien niet geheel kan worden uitgesloten dat er een luchtstroom onder de folie kan optreden dan dient het betonoppervlak aanvullend eerst te worden afgedekt met natte jute. De nabehandeling mag worden beëindigd nadat een karakteristiek druksterkte van 30 MPa is bereikt.
  • Het toepassen van verloren bekisting is niet toegestaan. Tijdelijke bekisting mag geen opspankrachten veroorzaken aan verhardende voegbalken.
  • In te lijmen wapeningsstekken/ankers dienen te worden aangebracht door BRL0509 gecertificeerde applicateurs.
  • Knikken ter plaatse van afwateringsgoten dienen fabrieksmatig te worden vervaardigd en voorzien te worden van hetzelfde conserveringssysteem.
  • Lassen (incl hechtlassen) aan de betonstaalverankering is niet toegestaan. Voor het fixeren van de voegovergang aan de onderliggende betonconstructie dienen extra stekken te worden toegepast
  • Na het ontkisten van de voegovergangsbalken dient de aansluiting van het randprofiel op het onderliggende beton te worden geinspecteerd. Onvolkomenheden zoals spleten en onvoldoende verdichting of vulling dienen te worden hersteld. Aansluitend mogen de Voegafdichtingsprofielen pas worden aangebracht.
  • Staalconstructies als onderdeel van de voegovergang dienen te worden vervaardigd overeenkomstig NEN-EN1090-2 EXC3 (rijbaandeel) en EXC2 (schampkantdeel).
    Certificering conform EN1090-1 EXC3 resp EXC2 is vereist.
  • Voegafdichtingsprofielen dienen zonder stuiknaden te worden aangebracht.
Standaard raakvlakken voor dit product
  • De geometrie van de staalconstructie i.r.t. de hoogtepositie van de constructie in de schampkanten als gevolg van zeeg en/of afwijkende asfaltdikten. Heeft ook een relatie met de mantelbuizen en vereiste prefabricage van de staalconstructie als eis).
  • De positie van de verankering van de voegovergang t.o.v. de onderliggende constructie, i.r.t. de grootte van de voegopening en bouwtoleranties dient binnen de ontwerprandvoorwaarden afgedekt te zijn. Dit dient men tevens te keuren op de bouwplaats.
  • De verankeringslengte van achteraf ingelijmde ankers i.r.t. de werkelijke asfaltdikte. Dit dient men op de bouwplaats te controleren (boorgatdiepte en ankerlengte).
  • De vereiste capaciteit van de voegovergang i.r.t. de minimale voegopening voor installatie van de afdichting en de eisen t.a.v. minimale en maximale voegopening dient men vooraf te toetsen (ontwerpfase).
  • Het hoogteverschil tussen de bovenzijde van de schampkant (aan de rand van het dek) en de bovenkant van de goot dient groter of gelijk te zijn aan de minimale waarde die in de Prestatieverklaring is aangegeven om lekkage door uitlopen van water vanuit de goot te voorkomen.
  • Minimale en maximale constructiehoogte van de voegovergang i.r.t. de praktijksituatie. De grenswaarden van het ontwerp mag niet overschreden worden.
  • Zijdelingse verplaatsingen door centrifugaalkrachten en/of windbelasting in relatie tot de zijdelingse capaciteit van het voegsysteem (en mogelijke intentie tot het toepassen van dikkere oplegblokken waardoor ook de langscapaciteit wordt beïnvloed).
Standaard risico's voor dit product
  • Buitenproportionele zaag- of sloopschade met gevolgen voor de onderliggende constructie door 1) te zwaar of verkeerd sloopwerk 2) te diep afgestelde zaagbladen of 3) onvoorziene gebreken in het kunstwerk.
  • Lekkage van nieuwe voegovergangen a.g.v. 1) niet naadloos rubberprofiel 2) onjuiste montage van het afdichtingrubber 3) onvolkomenheden in een lasverbinding of 4) watervoerende scheuren.
  • Nadelige beïnvloeding van opspankrachten in de onverharde betonbalk bij het toepassen van de tijdelijke bekisting.
  • Onvoldoende trekvermogen van achteraf verlijmde ankers door 1) onvoldoende voorbehandeling van de boorgaten 2) onvoldoende lijm of 3) niet uitgeharde lijm.
  • Onvolledig ondersteunde constructie a.g.v. onvolledige ondergieting van constructiedelen door 1) onjuist mengseltype 2) verdichtingsfouten of 3) weglekkende/uitzakkende beton.
  • Schade door vroegtijdige belasting door (werk)verkeer a.g.v. onvoldoende beschermingsmaatregelen in het werkvak.
  • Vervuiling van de contactvlakken tussen sinusplaat of vingerplaat en/of vervuiling van de (tap)draad in relatie tot de vereiste voorspanning in de bout.
Risico's bij vervanging
  • Bij hoge wapeningsconcentraties is het wellicht onmogelijk om alle benodigde, nieuwe verankeringen aan te brengen. Beschadiging en verwijderen van de constructiewapening is niet toegestaan tenzij dit door een constructeur is beoordeeld. Hierbij is een risico-analyse van belang om de gevolgen goed in kaart te brengen en een passende oplossing te vinden. Het ontwerp dient gedetailleerd weer te geven hoe men omgaat met dit risico.
  • In verband met de (mogelijke) aanwezigheid van voorspanning dient men in het ontwerp aan te tonen dat het verankeren van een nieuwe voegovergangconstructie mogelijk is zonder het risico daarmee de bestaande constructie te verzwakken.