2.4.4.2 Krachtinleiding en ruimte bij betonnen bruggen en poeren

Bij de krachtsafdracht in een betonnen brug (uit oplegging of vijzel) dient rekening gehouden te worden met:

  • Juiste betonsterkteklasse om de druk op te kunnen nemen (indien nodig gewapend).
  • Voldoende randafstand (Indien nodig ankerplaten toepassen).

In het verleden werd bij het ontwerpen van betonnen kunstwerken niet of nauwelijks rekening gehouden met toekomstige uitwisseling van opleggingen. Dit leidt bij oudere constructies tot gecompliceerde en grote hulpconstructies. Ook betonnen kunstwerken moeten eenvoudig gevijzeld kunnen worden.

De vijzelpunten in de betonconstructies moeten worden gedimensioneerd voor oplegkrachten uit  de hoofdconstructie met inbegrip van de volledige verkeersbelasting omdat (gedeeltelijke) stremming vaak niet mogelijk is.

De benodigde afmeting van opstorten en randafstanden voor de ondergelegen betonconstructie is af te leiden uit de art 10.9.4.7 en art. 10.9.5.2 van NEN-EN 1992-1-1. Zie ook figuur 2.4.2.

Figuur 2.4.2. Randafstanden bij poeren