3.11.3 Scheepvaartverkeer

Buitengewone belastingen door aanvaringen door schepen zijn afhankelijk van:

  • het type waterweg;
  • de stromingsomstandigheden;
  • het type en de diepgang van vaartuigen en hun aanvaringsgedrag en
  • het type van de constructies en hun gedrag bij energiedissipatie

De belasting bestaat uit twee afzonderlijke krachten:

  • een frontale kracht Fdx (in de normale vaarrichting)
  • een zijdelingse kracht met een component Fdy werkend loodrecht op de frontale botskracht en een wrijvingscomponent FR evenwijdig aan Fdx (wrijvingscoefficent: 0,4).

De kracht moet op een hoogte van 1,50 m zijn aangebracht boven het van toepassing zijnde waterniveau. De belasting voor rivieren en kanalen kan per type schip worden ontleend aan tabel; NB.6 –C.3. Voor zeeschepen gelden afwijkende bepalingen.

Tabel 3.11 Aanvaarbelasting rivieren/kanalen (EN1991-1-7 Tabel NB.6 –C.3)