6.5.3 Vijzelwerkzaamheden bij voegovergangen

Indien vijzelwerken voor renovatie van opleggingen nodig zijn waarboven zich voegovergangen bevinden moet dit altijd aan de beheerder van het kunstwerk gemeld worden in een vroeg stadium van het ontwerpproces. De beheerder dient expliciet te controleren of de leverancier van de voeg voorwaarden of uitgangspunten heeft benoemd voor een goed beheer van de voeg. Deze kunnen van technische aard zijn uit het onderhoudsplan maar mogelijk ook uit garantieaspecten welke nog gelden ten tijde van het geplande vijzelwerk. Bij voorkeur de leverancier of een deskundige van de betreffende type voegovergang raadplegen.

Vijzelwerkzaamheden aan steunpunten met bovenliggende voegovergangen of overige constructies hebben een hoog risicoprofiel. De ROK 1.4 onder hoofdstuk 6.4, art.7 geeft aanvullende eisen over dit onderwerp (zie hoofdstuk 6.7). In onderstaand overzicht een specifieke inventarisatie van de toprisico’s, hun oorzaken en beheersmaatregelen per voegovergang type.

 

Constructiedeel: Buigslappe voegovergangen
Risico/oorzaak: Buig slappe voegovergangen zijn zo ontworpen dat hoekverdraaiingen kunnen worden opgenomen en translaties worden doorgegeven. Het beton is per definitie gescheurd. Bij te grote verticale verschilbewegingen tussen de dekken onderling wordt de scheurwijdte te groot of hij breekt.
Beheersmaatregel:
  • Overleg met de brugconstructeur over een toelaatbaar hoogteverschil voor de dekken onderling. ROK 1.4 hoofdstuk 6.4, art. 7 spreekt over maximaal 2 mm.
  • Als hier een onwerkbare waarde uit volgt dan is er maar één optie: beide dekken, aan weerszijden van de pijler, gelijktijdig opvijzelen, Ook al is het voor de opleggingen enkel nodig dit aan één zijde te doen.

 

Constructiedeel: Enkelvoudige voegovergang met geluid reducerende sinus vormige platen of meervoudige voegovergang met uitkragende vingers.
Risico/oorzaak: Rondom hun middenstand kragen de vingers of sinusplaten uit over de staalconstructies van het dek. De ruimte onder dit uitkragende deel is doorgaans ontworpen op 10 mm. In de praktijk is vaak echter minder aanwezig. Hard vuil als resten steenslag hoopt zich tevens op onder deze vingers. De verticale speling is vervolgens in de praktijk maar enkele mm. Als er meer wordt gevijzeld ontstaat al heel snel grote schade en/of een zeer onveilige verkeer situatie: bouten kunnen breken, vingerplaten verbuigen, verankering bezwijkt. Hierdoor kunnen stalen onderdelen op de weg komen hetgeen zeer onveilig is.

De schade zal niet altijd direct optreden, maar juist op afzienbare tijd na het vijzelen, juist met alle verkeer weer op het dek.

Beheersmaatregel: Indien mogelijk heeft de volgende werkwijze de voorkeur:

  • Inventariseer altijd het type en uitvoering van de voegovergang. Meet de mate van overstek en gelijktijdig de constructie temperatuur. Bereken bij welke temperatuur de vingers niet meer oversteken. Dit gebeurt alleen bij lage temperaturen. Beschouw deze temperatuur binnen de haalbaarheid van de uit te voeren reparatie aan de oplegging in tijd en techniek.
  • Wacht met vijzelen totdat de vingers van het landhoofd niet meer oversteken op het brugdeel en de verwachting is dat dit ook niet gaat gebeuren binnen de reparatietijd van de oplegging. Hiermee is ook het grote aanvullende risico benoemd aan deze methode: binnen de reparatietijd zet de brug alsnog zoveel uit dat de vingers vastlopen tegen het dek aan.
    De brug is dan niet meer vijzel baar en/of de voegovergang onderdelen ondergaan alsnog een grote schade.
  • De beheersmaatregel hierop is dan weer even rigoureus als kostbaar: Verwijder alsnog alle vingerplaten van het landhoofddeel. Organiseer dit zonder (dreiging van) kans op calamiteit op korte termijn, sluit de brug voor verkeer.

Indien bovenstaande niet mogelijk is, dan kan de volgende methode worden gevolgd:

  • Inventariseer de beschikbare ruimte onder de vingers (buiten het verkeer!).
  • Maak deze ruimte zeer zorgvuldig schoon, verwijder alle vuil. Controleer de schoonmaak!
  • Beide handelingen zonder verkeer op de rijbaan.
  • Vijzel in kleine stapjes van bijvoorbeeld 0,5 mm.
  • Continue monitoring van de vijzeldrukken.
  • “Weeg” de brug: bij bijvoorbeeld 2 mm vijzelen is een stalen oplegging ruim uit zijn compressie. Bij rubberopleggingen: elke 3 cm oplegging is +/- 1 mm compressie. De vijzel drukken na deze eigengewicht weging mogen niet meer oplopen in elke stap. Elke verhoging is een waarschuwing signaal dat vingers aanliggen. In dat geval de vijzelactie direct stoppen en dek minimaal 1 mm lager parkeren op de borgmoeren van de vijzels of weer totaal aflaten op zijn opleggingen.
  • Bij dit vijzelwerk dan de volgende uitgangspunten hanteren:
    • Het monitoren van de drukken kan alleen met digitale apparatuur. Analoge manometers hebben hiervoor een veel te grote resolutie, ook al zijn ze geijkt. Dit geld ook voor de vijzelhoogte meting: alleen met digitale apparatuur met aflezing op 1/10 mm nauwkeurig.
    • Alleen vijzelen bij heel rustig verkeer. Elke verkeerpassage bij een op te rijden voegovergang zal een piek geven in de vijzeldrukken en daarna weer langzaam aflopen. Elke verkeerpassage van een af te rijden voeg veroorzaakt juist een langzaam oplopende druk welke plotseling weer afneemt. Deze verkeersdruktoenamen mogen niet verward worden met de drukverhogingen t.g.v. aanlopen van de vingers. Tijdens dit soort vijzelwerk is een dergelijke informatiebron altijd onnauwkeurig en de interpretatie subjectief.
  • De beheersing van dit aanvullende risico is: alleen de brug opvijzelen als alle verkeer van de brug is. Bij bruggen welke twee rijrichtingen dragen bij voorkeur dan ook gelijktijdig de andere rijrichting tijdelijk stoppen. De tijd voor het feitelijke vijzelwerk over bijvoorbeeld 10 mm omhoog is relatief kort. Een volledige wegafsluiting is vaak niet nodig. Een politiestop zou kunnen volstaan.

 

Constructiedeel: Meervoudige voegovergang met opgelegde vingers
Risico/oorzaak: De scharnierverbinding bezwijkt door te grote hoekverdraaiing t.g.v. de vijzelhoogte. Of constructief heeft deze scharnierverbinding te weinig capaciteit. Aanvullend zijn dergelijke scharnieren hoogstwaarschijnlijk ook nog eens zwaar vervuild en verroest.
Beheersmaatregel:
  • Overleg met een deskundige van dergelijke zeldzame typen voegovergangen. Bij voorkeur ook met een constructeur.
  • Reinig de voegovergang en zijn vingers.

 

Constructiedeel: Bitumineuze en flexibele voegovergangen
Risico/oorzaak: Ondanks hun uiterlijk en schijnbaar flexibele eigenschappen hebben deze voegtypen ook hun beperking in verticale verplaatsing tussen voegdelen onderling. De vervormingscapaciteit is sterk tijds- en producentafhankelijk.

Een eventuele schade aan dergelijke voegovergang typen is zeer moeilijk te herleiden tot oorzaak vijzelwerk. Deze typen hebben allen een zekere mate van zelf herstellend vermogen. Dit is moeilijk te kwantificeren en is zeer tijdsafhankelijk. Het gevolg hiervan is dat evt. aansprakelijkheden moeilijk juridisch zijn te kaderen.

Beheersmaatregel: Overleg met een deskundige van dergelijke typen voegovergangen. Bij voorkeur met zijn producent en garantieverstrekker (zie ook onderstaande generieke maatregel).

 

Constructiedeel: Lamellenvoegen met of zonder zwenk traverse
Risico/oorzaak: Elke lamellenvoeg heeft zijn beperking in hoekverdraaiing capaciteit welke ontstaat door vijzelwerk. Deze ontstaat in de oplegzadels van de traversebalken of doordat de voeg is voorzien van geluid reducerende sinus vormige stalen platen. (Zie ook constructiedeel enkelvoudige voegen met sinusplaten) .
Beheersmaatregel:
  • Zie ook constructiedeel enkelvoudige voegen met sinusplaten.
  • Vijzelvoorwaarden nadrukkelijk vooraf vastleggen en bewaken.
  • Het vijzelwerk uitvoeren met gelijktijdige controle van de voegovergang door zijn leverancier of voegdeskundige.

 

Constructiedeel: Kabels en leidingen
Risico/oorzaak: De leiding/kabel zelf of de aanwezige flexibele verbindingen hebben een beperkte capaciteit op verticale beweging. Deze kunnen bezwijken of hun functie verliezen bij te grote bewegingen.
Beheersmaatregel:
  • Primair: Voer een KLIC-melding uit.
  • Secundair: De beheerder van de kabel/leiding heeft hoogstwaarschijnlijk een overeenkomst met de wegbeheerder voor de kruising van deze energie en/of datadragers met de weg. De voorwaarden in dergelijke overeenkomsten zijn leidend voor de beheersing van de verticale hoogteverschillen bij vijzelwerk aan opleggingen. Overleg met de beheerder van deze kabels/leidingen en de wegbeheerder. Kom integraal de vergunning voorwaarden overeen.