3.14.3 Blijvende en tijdelijke ontwerpsituaties (ULS)

Er wordt onderscheid gemaakt naar dominante belastingen en bijbehorende belastingen. Dit omdat volgens de statische benadering van de NEN-EN 1990 niet alle belastingeffecten gelijktijdig zullen optreden. Op alle belastingen worden belastingfactoren toegepast. De belastingeffecten die in een situatie als bijbehorend kunnen worden beschouwd worden gereduceerd met een combinatiefactor (ψ0),die altijd kleiner is dan 1. Voor blijvende belastingen wordt de combinatiefactor ξ toegepast.

Volgens de RTD 1012, in combinatie met NEN-EN 1990/NB, geldt voor alle bijbehorende veranderlijke belastingen ψ0 = 0,8. Hierbij gelden formules 6.10a en 6.10b van NEN-EN 1990. Voor de gelijktijdigheid van verticale en horizontale verkeersbelasting geeft NEN-EN 1991-2/NB een aanvulling.

Navolgend is een illustratie gegeven:
Ed,1 = γ ∙ G + γ ∙ Q + Ψ0 ∙ γ ∙ T
Ed,2 = γ ∙ G + γ ∙ Ψ0 ∙ Q + γ ∙ T
Ed,3 = ξ ∙ γ ∙ G + Q + T

Waarin:
G = blijvende belastingen (bijv. eigen gewicht)
Q = veranderlijke belasting (bijv. verkeer)
T = temperatuurbelasting
γ = belastingfactor (per belasting verschillend)
Ψ0 = combinatiefactor voor veranderlijke belastingen
ξ = combinatiefactor voor blijvende belastingen

In de gegeven illustratie zijn de karakteristieke belastingeffecten vermenigvuldigd met de bijbehorende belastingfactoren. Deze factoren zijn groter dan 1,0 in het geval dat een blijvende belasting een belastende
werking heeft (ongunstig genoemd). Wanneer aan een blijvende belasting een ontlastende werking heeft (gunstig genoemd), zijn de factoren kleiner dan 1,0. Veranderlijke belastingen behoren alleen voor een belastend effect (ongunstig genoemd) in rekening te worden gebracht.

In tabel 3.14.3.a is een overzicht gegeven van de belasting- en combinatiefactoren voor vergelijking 6.10a.

 

Tabel:  3.14.3.a Overzicht belastingfactoren en combinatiefactoren voor opleggingen in CC3 (vergelijkingen 6.10a)

Fundamentele combinaties Belastingfactor γ Combinatie-factor ψ0  opmerking
G,S 1,4                   / 0,9
G,r 1,4                   / 0,9
G,Cr 1,4                   / 0 NEN-EN1990 geeft γ = 1,0 (RTD1012 overstijgt NEN-EN1990)
G,Sh 1,4                   / 0 NEN-EN1990 geeft γ = 1,0 (RTD1012 overstijgt NEN-EN1990)
G,set 1,2                   / 0
P 1,2                   / 1,0
Qv
(Q1k + Q2k + Q3k + qik)
1,5 0,80 of 0,64 ψ0,Q,v = 0,64 als ψ0,Q,h = 0,8 (NEN-EN 1991-2)
Qh
(Qlk + Qtk)
1,5 0,64 of 0,80 ψ0,Q,h = 0,64 als ψ0,Q,v = 0,8 (NEN-EN 1991-2)
Tk;N 1,1 0,80 NEN-EN 1990/NB geeft Ψ0 = 0,3
(RTD1012 overstijgt EN1990)
Fwk 1,65 0,80 NEN-EN 1990/NB geeft Ψ0 = 0,3 *
(RTD1012 overstijgt EN1990)
F*wk 1,65 1,00 NEN-EN 1990/NB geeft Ψ0 = 1,0 *

 

* NEN-EN1990/NB, art. A2.2.2: De grootste waarde van Fwk en F*wk moet zijn toegepast in combinatie met belastingmodel 1 voor verkeer.

 

In tabel 3.14.3.b is een overzicht gegeven van de belasting- en combinatiefactoren voor vergelijking 6.10b.

 

Tabel 3.14.3.b Overzicht belastingfactoren en combinatiefactoren voor opleggingen in CC3 (vergelijkingen 6.10b)

Fundamentele combinaties Belastingfactor γ Combinatiefactor ψ0 Opmerking
G,s 1,25           / 0,90 (ξ = 0,89)
G,r 1,25           / 0,90 (ξ = 0,89)
G,Cr 1,25           / 0,00 NEN-EN1990 geeft γ = 1,0 (RTD1012 overstijgt NEN-EN1990)
G,Sh 1,25           / 0,00 NEN-EN1990 geeft γ = 1,0 (RTD1012 overstijgt NEN-EN1990)
G,set 1,20 0,00
P 1,20 1,00
Qv
(Q1k + Q2k + Q3k + qik)
1,5 0,80 of 0,64 ψ0,Q,v = 0,64 als ψ0,Q,h = 0,8

ψ0,Q,v = 0,8 als ψ0,Q,h = 1,0

(NEN-EN 1991-2)

Qh
(Qlk + Qtk)
1,50 0,64 of 0,80 ψ0,Q,h = 0,64 als ψ0,Q,v = 0,8

ψ0,Q,h = 0,8 als ψ0,Q,v = 1,0

(NEN-EN 1991-2)

Tk 1,1 0,80 NEN-EN 1990/NB geeft Ψ0 = 0,3
(RTD1012 overstijgt EN1990)
Fwk 1,65 0,80 NEN-EN 1990/NB geeft Ψ0 = 0,3 *
(RTD1012 overstijgt EN1990)
F*wk 1,65 1,00 NEN-EN 1990/NB geeft Ψ0 = 1,0 *

 

* NEN-EN1990/NB, art. A2.2.2: De grootste waarde van Fwk en F*wk moet zijn toegepast in combinatie met belastingmodel 1 voor verkeer.