3.11.1 Voertuigen

Onderbouw

De rekenwaarde van de equivalente statische kracht moet zijn ontleend aan tabel NB.1 – 4.1.

Deze krachten mogen zijn vermenigvuldigd met √(1 – d / db) waarin:

  • d is de afstand van het midden van de baan tot het botsingspunt
  • db is gegeven in tabel NB.1 – 4.1

Het aangrijpingspunt van de resultante van de belasting ligt op 1,20 m boven het wegoppervlak.

Voor autosnelwegen bijvoorbeeld is deze kracht 2000 kN in de rijrichting en 1000kN loodrecht daarop. Zie figuur 3.11.a.

Figuur 3.11.a Stootelasting op de onderbouw

Bovenbouw

De belasting Fdx moet aangrijpen tegen de zijkant van de bovenbouw op de meest ongunstige plaats boven de desbetreffende onderdoorgaande rijbaan, werkend evenwijdig met de wegas van die rijbaan, zie figuur 4.8.  De rekenwaarde van de equivalente statische krachten moet zijn ontleend aan tabel NB.2 – 4.2. De maximale belasting voor autosnelwegen is 2000kN in de rijrichting.

Tot een doorrijdhoogte van 4,8m dient de maximale belasting in rekening te worden gebracht. Bij een doorrijdhoogte van 7,0 m hoeft geen botsbelasting tegen het brugdek meer in rekening te worden gebracht. Tussen 4,8 en 7,0 meter mag lineair geïnterpoleerd worden. Zie figuur 3.11.b.

Figuur 3.11.b Stootbelasting van een voertuig tegen het brugdek