4.1.4.2 Werking

De geleidingen hebben als functie het opnemen van horizontale belastingen bij een translerende en / of roterende oplegging. De vlakken van de geleidingen kunnen de kracht maar in één richting opnemen (alleen druk), de tegengestelde richting wordt dus door een ander vlak opgenomen. Afhankelijk van de toepassing van interne geleidingen of externe geleidingen bevinden die vlakken zich dicht of relatief ver van elkaar. Altijd zal een beweging plaatsvinden bij een krachtomslag door het doorlopen van de speling in de geleidingen. Dit maakt dat in geleidingen dus altijd een “uplift” of “separation of contact surfaces” optreedt.

Er zijn verschillende materiaalcombinaties mogelijk:

  • Ingekamerde initieel gesmeerde PTFE met of zonder smeerkuiltjes tegen roestvaststaal
  • DU-A of DU-B matrixmateriaal (brons-grafiet) tegen roestvaststaal.

Bij het ontwikkelen van deze materiaalcombinaties voor geleidingen werd ervan uitgegaan dat ze als regel veel minder bewegen in contact dan de glijdelementen voor de hoofdkrachtwerking. Dit valt echter te betwijfelen, omdat een kunstwerk in principe een voorkeurspositie zoekt, waarbij een geleiding altijd aanligt.