3.14.2 Bruikbaarheidsgrenstoestand (SLS)

De bruikbaarheidsgrenstoestanden hebben betrekking op het functioneren van de constructie of delen ervan, onder normaal gebruik. Bij SLS worden voor opleggingen alleen de karakteristieke combinaties beschouwd (combinatiewaarde die 1x in de ontwerplevensduur wordt geacht voor te komen).

De karakteristieke combinaties worden gebruikt bij toetsen voor veiligheid in gebruik en voor “uplift” checks van opleggingen. De frequente en quasi permanente combinaties worden bij opleggingen en voegovergangen niet gebruikt.

Bij de karakteristieke belastingcombinatie SLS gaat het om het veilig gebruik van de constructie. Daarom worden daar de karakteristieke belastingeffecten zonder vermenigvuldiging met partiële factoren toegepast. Ook voor het gedrag van de constructie worden de karakteristieke waarden gebruikt. Het gaat hier om vervormingen en vloeien is niet toegestaan.

Omdat niet alle belastingeffecten gelijktijdig ten volle zullen optreden wordt onderscheid gemaakt naar dominante belastingen en bijbehorende belastingen. De belastingeffecten die in een situatie als bijbehorend kunnen worden beschouwd worden gereduceerd met een combinatiefactor (ψ), welke altijd kleiner is dan 1.

Eenvoudig voorbeeld:

Waarin:
G = eigen gewicht
Q = uitwendige belasting
T = temperatuur (kan een belasting of een verplaatsing zijn)
Ψ = combinatiefactor

In dit voorbeeld is bij Ck,1 de externe belasting dominant en de temperatuur bijbehorend. Bij Ck,2 is de temperatuur dominant en de verkeersbelasting bijbehorend. In beide gevallen is het eigen gewicht als een vast gegeven genomen. De aan te houden partiële factoren en combinatiefactoren voor opleggingen zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Karakteristieke combinatie Partiële factoren voor opleggingen bij CC3 Gebruikte combinatiefactor ψ0
(Vergelijking 6.14b) Ongunstig Gunstig
Alle belastingen 1,0 1,0 0,8

 

Toetscriterium

Het berekeningsresultaat dient kleiner of gelijk te zijn aan de bewegingscapaciteit van de voegovergang voor respectievelijk de x, y en z-richting. De voegovergang dient dan aan alle functionele eisen te blijven voldoen. Voor de toets op de minimale voegopening dient ucr;k, en ush;k niet in rekening gebracht te worden om aan de bewegingscapaciteit op de korte termijn te kunnen voldoen.

Indien de prestaties van het beoogde type voegovergang afhankelijk zijn de belastingsnelheid, dient onderscheid gemaakt te worden in langzaam optredende voegbewegingen en snel optredende bewegingen.