5.3.2.5 Toetsing geluideisen

Bij de toetsing van de geschiktheid van een voegovergangssysteem voor een objectspecifieke situatie dient geverifieerd te worden of geluidemissie van de voegovergang onder het toelaatbare geluidniveau blijft (zie paragraaf 2.2.5).

Hierbij zijn de volgende aspecten van toepassing:

  • Geluid aan de bovenzijde van het kunstwerk
  • Geluid aan de onderzijde van het kunstwerk

 

Toetsing geluid aan de bovenzijde van het kunstwerk

Bij de keuze van het toe te passen voegovergangsysteem dient op voorhand te worden geverifieerd of deze in desbetreffende objectspecifieke situatie voldoet aan de geluideis van RTD 1007-3 Geluideisen voegovergangen. Van elk concept is in de RTD1007-1 Meerkeuzematrix Voegovergangen daartoe een GeluidLabelWaarde (GLW) bepaald die met 90% zekerheid niet zal worden overschreden.

De geluidseisen zijn in principe primair gekoppeld aan het type wegdek en de ontwerpsnelheid. Daarbij wordt in eerste instantie niet gekeken of in de leefomgeving een risico bestaat op geluidhinder door omwonenden. In die gevallen waarbij het risico op geluidshinder laag zal zijn is het goed om de oplossingen die niet strict voldoen aan de geluidseis toch mee te nemen in de te maken afweging en niet op voorhand al uit te sluiten. Daarmee zouden oplossingen die belangrijke andere voordelen bieden bij voorbaat al afvallen. Een integrale optimale afweging blijft dan mogelijk.

Toetsing van de geluidemissie na realisatie van het werk is alleen noodzakelijk indien er gerede twijfel is ten aanzien van het voldoen aan de geluideis. Daarnaast is een onderzoek op basis van metingen alleen dan noodzakelijk wanneer er woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen aanwezig zijn in de nabijheid van de voegovergang. Aan het begrip “nabijheid” is in bijlage 4 van de RTD 1007-3 invulling gegeven.

In de Meerkeuzematrix van PVO vind de toetsing van de geluideis aan de bovenzijde automatisch plaats op basis van het ingevoerde type deklaag en de ontwerpsnelheid. Oplossing die strict genomen net niet voldoen aan de (afgeronde) geluideis (enkele tienden dB(A) overschrijding) worden niet weggefilterd maar worden met een opmerking en mate van overschrijding gemarkeerd.

 

Toetsing geluid aan de onderzijde van het kunstwerk

In beginsel wordt alleen getoetst op het geluidsniveau aan de bovenzijde. Het geluidsniveau aan de onderzijde zal in de meeste gevallen dan ook voldoen. In sommige gevallen waarbij sprake is van een klankkasteffect aan de onderzijde van het kunstwerk. Bij verdiepte onderdoorgangen met verticale wanden is bijvoorbeeld de kans op een klankkasteffect sterk aanwezig. Het voldoen aan de geluidseisen in de meeste gevallen achteraf correctief oplosbaar door isolerende maatregelen aan de onderzijde.
Dergelijke voorzieningen dienen wel demontabel te worden ontworpen ten behoeve het kunnen uitvoeren van inspecties.

Verdiepte onderdoorgang met verticale wanden: potentieel klankkasteffect