2.2 Functionele eisen

In de RTD1007-2 hoofdstuk 3 zijn de functionele eisen beschreven. Voor voegovergangen zijn twee topeisen te onderscheiden:

1) Voegovergangen dienen een flexibele, veilige en comfortabele schakel te vormen tussen wegen en rijdekken van kunstwerken en rijdekken van kunstwerken onderling.
2) Voegovergangen dienen onderliggende constructies te beschermen. Daarbij gaat het om bescherming tegen de schadelijke effecten van vocht en dooizouten, die de onderliggende constructie aantasten (corrosie), het voorkomen van uitspoelingen van taluds en het vervuilen van de onderbouw.

Voor topeis 1 zijn de volgende onderliggende functionele eisen te onderscheiden:

1. Bieden van ruimte om rijdekken te laten verlengen, verkorten, verplaatsen in verticale richting en roteren ten opzichte van de steunpunten en/of rijdekken van kunstwerken.
2. Waarborgen van een veilige en comfortabele passage van het verkeer.
3. Opnemen van belastingen ontstaan door verplaatsing van de rijdekken van kunstwerken.
4. Opnemen van door het verkeer opgewekte belastingen (statisch en dynamisch) zonder dat er schade aan de voegovergang en zijn bevestiging/verankering ontstaat.
5. Minimaliseren van contact- en/of pulsgeluid als gevolg van het passeren van de voeg.

Voor topeis 2 geldt de onderliggende functionele eis:
6. Water keren en afvoeren.

In de navolgende paragrafen zal verder ingegaan worden op bovenstaande functionele eisen.