1.3 Historie

Voegovergangen hebben een lange ontwikkelingsgeschiedenis. In eerste instantie was er vooral op nationaal niveau sprake van veel experimenteren met allerlei soorten praktijkgedreven oplossingen. De ontwikkeling van voegovergangoplossingen werd sterk gestuurd door de wederopbouw en ontwikkeling van ons hoofdwegennet na de tweede wereld oorlog.

In Nederland werd er aanvankelijk door Rijkswaterstaat zelf standaard oplossingen bedacht en ontworpen. De technische kennis en de weerspiegeling daarvan in technische normen was nog sterk in ontwikkeling. Kennis van vermoeiing was er nog nauwelijks.  Met de ontwikkeling van verkeersbruggen met steeds groter wordende overspanningen ontstond ook de behoefte aan voegovergangen met een grotere dilatatiecapaciteit. De toename van het wegverkeer en zwaarte van het vrachtverkeer vroegen om steeds zwaardere en robuustere oplossingen voor voegovergangen. Door praktijkervaringen met schades door lekkage ontstond in de jaren 60 ook een behoefte aan waterdichte voegovergangen. Geluidemissie van voegovergangen werd later een nieuwe aandachtspunt door steeds grotere verwevenheid en samensmelting van het wegennet en de bebouwde (woon) omgeving.  Door de jaren heen is steeds meer praktijkkennis en ervaring opgedaan met diverse voegovergangsystemen. Daarbij werden standaardoplossingen steeds bijgesteld en raakten andere oplossingen uit de gratie en werd er overgestapt op andere type oplossingen.

Vanaf eind jaren 90 van de vorige eeuw ging Rijkswaterstaat steeds minder zelf oplossingen voorschrijven en stapte over op geïntegreerde contractvormen waarbij de ontwerpverantwoordelijkheid bij de markt werd neergelegd en er gestuurd werd op meer functioneel gespecificeerde contracten. Voor voegovergangen werd de NBD00710 ontwikkeld, die zich voornamelijk richtte op meervoudige voegovergangen en niet zo zeer op enkelvoudige voegovergangen. Voor enkelvoudige voegovergangen werden vaak de eerder voorgeschreven standaardoplossingen uit het verleden toegepast.  In 2004-2005 werden de in praktijk toegepaste enkelvoudige oplossingen geëvalueerd. In het verlengde hiervan ontwikkelde Rijkswaterstaat achtereenvolgens de NBD00400 (2006) en de NBD00401 (2010) die in D&C contracten van toepassing werden verklaard. Daarmee kwam een eind aan het toepassen van de tot dat moment veelvuldig toegepaste traditionele voegovergangconcepten 1.5 en 3.1. In plaats daarvan kwam voegovergangconcept 1.2. De laatste versies van de NBD’s zijn te vinden als bijlage onderaan deze pagina.

In 2012 werden de NBD00400 en NBD00710 vervangen door de RTD1007-2. NBD00401 werd vervangen door RTD1007-3

In 2013 verscheen de ETAG032: Guideline for European Technical Approval of Expansion Joints for Road Bridges, De ETAG032 bestond uit 8 delen: 1 algemeen deel en 1 deel per voegovergangfamilie:

Part 1: General
Part 2: Buried Expansion Joints
Part 3: Flexible plug Expansion Joints
Part 4: Nosing Expansion Joints
Part 5: Mat Expansion Joints
Part 6: Cantilever Expansion Joints
Part 7: Supported Expansion Joints
Part 8: Modular Expansion Joints

Deze richtlijn is tot stand gekomen onder de Construction Products Directive (CPD). In 2011 werd de Construction Products Regulation (CPR) vastgesteld (Verordening nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Europese Raad) die de  bouwproductenrichtlijn (CPD) heeft vervangen. In 2020 is de ETAG032 vervangen door een set EAD’s. Zie paragraaf 2.1

Meer historische informatie over specifieke ontwikkelingen van flexibele voegovergangen, enkelvoudige voegovergangen en meervoudige voegovergangen in Nederland is te vinden in de navolgende paragrafen.

Bijlagen

pdf nbd-00400-eisen-voor-enkelvoudige-voegovergangen
pdf nbd-00401-geluidseisen-voegovergangen-versie-2-30-07-2010
pdf nbd00710-eisen-voor-voegovergangen-datum-27-01-2007-versie-31