6.1.2 Voegovergang met lusverankering (nieuwbouw)

In de volgende tabel worden verschillende stappen in het realisatieproces beschreven. Aan de hand van de toelichting per stap kan de rolverdeling “Uitvoeringsproces voegovergangen” worden afgestemd. Met de beschrijving van het uitvoeringsproces worden de verschillende interacties weergegeven die er plaatsvinden bij de totstandkoming bij de standaard werkmethode van een voegovergang met lusverankering: inbouw voorafgaand aan asfalteren in een gecreëerde voegsponning in het dek.

Bij de realisatie van een voegovergang met lusverankering wordt in sparingen van het dek en het landhoofd de geprefabriceerde staalprofielen gemonteerd met daaraan aangelaste verankering, voeglussen. De voeglussen bestaan doorgaans uit een stalen ankerplaat met aangelaste rondgaande beugels van rondstaal. De wapening van de betonnen randbalk wordt d.m.v. langswapening doorgevoerd door de lusverankering. De sparingen worden na het monteren van de voegovergangen gevuld met betonmortel (min. sterkteklasse C35/45 bij ingebruikname werkverkeer) dat in verharde toestand de niet direct bereden ondergrond voor de wegverharding vormt.

De waterdichtheid wordt verkregen door het toepassen van een ingelepeld afdichtingsrubber in de klauwprofielen van de voegovergang. Bij toepassing van sinusplaten worden deze op de stalen onderbouw gemonteerd nadat het afdichtingsprofiel is aangebracht. De sinusplaten worden toegepast om de geluidproductie van de voegovergang als gevolg van voertuigpassages over de voegovergang te reduceren.

Tegen het aangebrachte betonwerk dient een waterkerend membraam aangebracht te worden, voorafgaand aan het asfalteren.

 

1. Productie Na productie van de prefab liggers kan de opbuiging worden vergeleken met de zeegverwachting eerder in het ontwerp. Hiermee kan vroegtijdig worden geanticipeerd op wijzigingen van het wegontwerp en de consequenties hiervan voor de verharding en de voegovergangen.

Betrokken:

Leverancier brugliggers

Projectcoördinator (civiel)

Site-Engineer (civiel)

2. Opstorten Indien gewenst, kunnen prefab brugliggers op basis van de werkelijke opbuiging en zeegverwachting iets lager worden geplaatst. Dit is mogelijk door een kleine aanpassing in de betonnen opstorten te doen. Dit wordt verwerkt op de montagetekening van de liggers en/of uitvoeringstekening van de opstorten.

Betrokken:

Leverancier brugliggers

Projectcoördinator (civiel)

Site-Engineer (civiel)

Uitvoerder (civiel)

3. Montage liggers De brugliggers worden op de opleggingen geplaatst. Verschillen in de opbuiging tussen onderlinge liggers bepalen mede de uiteindelijke hoogte van de druklaag (of oppervlak kokers). In verband met tolerantie in het oppervlak van de rijvloer maakt de leverancier van brugliggers een montageplan/legplan met hierin de posities van alle te leveren brugliggers.

Betrokken:

Leverancier brugliggers

Projectcoördinator (civiel)

Uitvoerder (civiel)

4. Inmeten dek Na het aanbrengen van de brugliggers en eventuele druklaag kan de betonnen rijvloer worden ingemeten. De hoogte coördinaten worden digitaal overgedragen aan de site-engineer voor het wegontwerp.

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Uitvoerder (civiel)

Landmeter

5. Toetsen alignement Met de metingen van het brugdek wordt het wegalignement getoetst. Door toleranties in de betonnen constructie is doorgaans een uitvullaag benodigd vooruitlopend op de basis verhardingsopbouw met een waterdichtingsfunctie en een (geluidsreducerende) deklaag. Omdat een brugdek doorgaans een kleinere boogstraal kent dan het alignement van de weg, neemt de dikte van het asfalt nabij de voegovergangen toe. Hierdoor zullen de voegovergangen hoger ten opzichte van de betonconstructie aangebracht worden. Het alignement is hierbij bepalend.

De projectcoördinator is doorgaans geïnteresseerd in de asfaltdikte nabij de voegovergang. Hiervoor wordt de site-engineer wegontwerp gevraagd om het alignement te toetsen aan de hand van de inmetingen. Ook zal worden vastgesteld hoe de laagopbouw van de verharding wordt. Hiermee kan het raakvlak met de verharding opnieuw worden beschouwd.  

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Landmeter

Site-engineer wegontwerp

Adviseur verhardingen

 

6. Toetsen verankering Met het vaststellen van het alignement kan worden beoordeeld hoeveel de asfaltdikte op de constructie bedraagt ter plaatse van de voegovergangen. Vervolgens kan eenvoudig worden getoetst of de verankering van voegovergang en kunstwerk aan de constructieve randvoorwaarden voldoet. Indien nodig, wordt een leverancier van wapening op afroep gehouden welke extra beugels zal vlechten zodra de precieze afmetingen bekend zijn.

Op verzoek van de projectcoördinator wordt de site-engineer gevraagd om een beschouwing van de constructie, specifiek de krachtswerking. Indien niet aan de constructieve randvoorwaarden wordt voldaan door een toename van de asfaltdikte met effecten op de verankering, zal de site-engineer een correctieve maatregel bepalen met aanvullende wapening t.o.v. het basisprincipe. De aanvullende wapening dient in nadere afstemming door de hoofdaannemer of de leverancier/onderaannemer geleverd en aangebracht te worden. De vlechter heeft een goede instructie nodig voor het afwapenen van de voegovergang.

Betrokken:

Site-Engineer (constructief)

Projectcoördinator (civiel)

Leverancier voegovergangen

7. Uitzetten hoogtematen De hoogtepositie van de voegovergang in het definitief vastgestelde alignement wordt doorgaans op het kunstwerk aangegeven, dicht bij de voegovergang. Vanuit de maatgevende punten kan een leverancier de voegprofielen vervolgens op de juiste hoogte monteren.

De hoogtematen worden doorgaans door de projectcoördinator opgevraagd bij de wegontwerper. De uitvoerder zorgt er samen met een landmeter voor dat de maatvoering op het kunstwerk wordt aangeduid.

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Uitvoerder (civiel)

Landmeter

8. Monteren voegovergang De hoogtematen nabij de voegovergangen worden worden gebruikt om de staalconstructie op hoogte af te monteren. Voegovergangen zijn het minst merkbaar wanneer een vlakke aansluiting in het wegdek gerealiseerd wordt. Toleranties in verticale richting van plus of min 5 mm zijn niet ongewoon. Het wordt aanbevolen om deze toleranties expliciet te maken in onderling overleg.

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Uitvoerder (civiel)

Leverancier voegovergangen

9. Beoordelen verankering (visuele toets) Met het vaststellen van het alignement kan worden beoordeeld hoeveel de asfaltdikte op de constructie bedraagt ter plaatse van de voegovergangen. Vervolgens kan eenvoudig worden getoetst of de verankering van voegovergang en kunstwerk aan de constructieve randvoorwaarden voldoet. Indien nodig, wordt een leverancier van wapening op afroep gehouden welke extra beugels zal vlechten zodra de precieze afmetingen bekend zijn.

De uitvoerder en/of projectcoördinator toetsen de verankering. Waar nodig vragen zij de site-engineer om constructief advies. Maatregelen voor het correct afwapenen van de voegovergang worden in goed overleg afgestemd tussen de projectcoördinator en de leverancier van voegovergangen.

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Site-engineer (constructief)

Leverancier voegovergangen

Uitvoerder (civiel)

10. Afroepen beugelwapening Voor het afwapenen van de voegovergang is bepaald of er beugels besteld of afgeroepen worden. Ook zal afgestemd worden of de leverancier de aanvullende wapening mee zal vlechten hetgeen het meest praktisch is. De langswapening van de voegovergangen dient ook nog gevlecht te worden.

Het wordt aanbevolen om duidelijke afspraken te maken omtrent de verdeling van werkzaamheden. Wie levert de aanvullende wapening en wie brengt dit aan?

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Uitvoerder (civiel)

Leverancier voegovergangen

11. Afwapenen voegovergang De extra beugels benodigd voor het constructief afwapenen van de voegovergang worden volgens instructies van de site-engineer aangebracht. Het is zeer relevant om de beoogde samenwerking van de lusankers en de wapening in het kunstwerk te controleren aan de hand van de instructies.

Na het afwapenen kan de uitvoerder of de projectcoördinator een controle uitvoeren waarmee wordt zeker gesteld of aan de constructieve voorwaarden wordt voldaan. Waar nodig wordt de site-engineer om een laatste oordeel gevraagd. Is de constructie gereed voor het aanbrengen van beton? Het is prettig als betrokken partijen het daarover eens zijn. Na het storten van het beton is er geen mogelijkheid om nog iets aan te passen.

Betrokken:

Projectcoördinator (civiel)

Site-engineer (constructief)

Leverancier voegovergangen

Uitvoerder (civiel)

Toetser

12. Inbetonneren voegovergang Tot het moment dat het beton wordt aangebracht, bestaat er nog een mogelijkheid om de hoogte van de voegovergangen te controleren en waar nodig te corrigeren. Na het aanbrengen van beton is dit niet meer aan te passen. Om zeker te stellen dat de voegovergangen correct in het alignement zijn gemonteerd, is het raadzaam om dit (samen) te controleren en de constructie vrij te geven voor de stort.

Betrokken:

Leverancier voegovergangen

Uitvoerder (civiel)

Evt. site-engineer wegontwerp

13. Aanbrengen waterdichte laag De verharding op een kunstwerk dient in overeenstemming met RTD1009 waterdicht te worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor detailleringen zoals ter plaatse van de voegovergang.

Omdat de voegovergang op het raakvlak zit tussen de betonconstructie en de verharding, is het belangrijk om hierover goede afspraken te maken. Wie verzorgt de waterdichte laag ter bescherming van de betonbalk? Wanneer kan deze laag worden aangebracht? Wie bepaalt dit?

Betrokken:

Leverancier voegovergangen

Uitvoerder civiel

Uitvoerder wegen

Projectcoördinator (civiel)

14. Aanbrengen verharding Na het installeren van de voegovergangen kan de verharding worden aangebracht. Hiervoor worden afspraken gemaakt tussen de discipline civiel en de discipline wegen.

Wie beschermt de voegovergang en hoe worden de waterdichte aansluitingen gerealiseerd?

Betrokken:

Uitvoerder wegen

Uitvoerder civiel

Leverancier voegovergangen

Projectcoördinator civiel