5.3.2.6 Toetsing waterdichtheid

In principe dienen alle voegovergangensystemen waterdicht te zijn. Onderscheid kan alleen kwalitatief nog worden gemaakt, oftewel in de mate waarin waterafdichting duurzaam zal blijven functioneren.

Er zijn een aantal bedreigingen voor de waterdichtheid:

  • Initiele materiaalkwaliteit onvoldoende (permeabiliteit, onvoldoende flexibiliteit etc)
  • Krimp of ongelijk thermisch uitzettingsgedrag van materialen (onthechting, scheurvorming)
  • Verlies aan voorspanning door relaxatie
  • Veroudering van afdichtingsmateriaal  (verharding, verbrossing)
  • Chemische aantasting of corrosie (materiaalverlies)
  • Slijtage afdichtingsmaterialen (materiaalverlies, scheurvorming)
  • Gebrek aan vast onderhoud leidt tot accumulatie van vuil (losraken, scheuren, onthechten)

Op basis hiervan kan op basis van een analyse en praktijkervaring het risico op functieverlies worden geclassificeerd volgens onderstaande tabel, zoals die gebruikt is In de MKM-tool.

Tabel: classificatie waterdichtheid

Aspect + ++
Waterdichtheid Binnen ontwerplevensduur conform RTD1007-2 grote kans op lekkage;

Veroudering, relaxatie, slijtage  en fysische en/of chemische aantasting spelen een belangrijke rol

Lekkage heeft meestal globaal van karakter en meestal aanzienlijk van omvang. Meestal net meer reparabel, vervanging noodzakelijk.

Binnen ontwerplevensduur conform RTD1007-2 redelijke kans op lekkage

Veroudering, relaxatie, slijtage  en fysische en chemische aantasting spelen een grotere rol

Lekkage heeft meestal globaal  karakter. Meestal nog wel reparabel

Binnen ontwerplevensduur conform RTD1007-2 lage kans op lekkage;

Veroudering, relaxatie, slijtage  en fysische en chemische aantasting spelen een rol deze is meestal beperkt

Lekkage heeft vaak lokaal karakter en is meestal beperkt van omvang en reparabel.

Binnen ontwerplevensduur conform RTD1007-2 zeer geringe kans op lekkage;

Veroudering, relaxatie, slijtage  en fysische en chemische aantasting spelen geen grote rol; is doorgaans niet bepalend.

Lekkage heeft vaak lokaal karakter en meestal beperkt van omvang en reparabel

 

Objectspecifiek dient bepaald te worden hoe groot het belang is van een betrouwbare waterdichtheid.  Aspecten die daarbij een rol spelen:

  • Invloed op constructieve veiligheid / levensduur hoofddraagconstructie (bijv bij tandconstructies)
  • Mate van bescherming onderliggende constructie (aanwezige conserveringslagen, afvoergoten, afschot)
  • Toegankelijkheid hoofddraagconstructie voor schadeherstel
  • Gevoeligheid voor schade (uitspoelingen bij kunstwerken met taluds; opleggingen zonder opegpoeren etc)
  • Esthetiek.

Afhankelijk van het belang kan de waterdichtheid hoger worden meegewogen in een trade-off.