7.5.3.1 Aansluiting wegverharding – voegovergang

Verwijderen van de verharding op het raakvlak verharding – voegovergang

Bij het verwijderen van de verharding langs voegovergangen mogen onderdelen van de voegovergangen zoals stalen randprofielen, sinusplaten, voegovergangbalken of niet-zichtbare elementen in flexibele voegovergangen niet beschadigd raken. Het nemen van preventieve maatregelen is in die gevallen noodzakelijk, bijvoorbeeld door het opvragen van gegevens over betreffende voegovergangen en het nemen van voorzorgsmaatregelen zoals het duidelijk markeren en afdekken van de voegovergangen.
Grote oppervlakken asfalt kunnen met groot freesmaterieel worden verwijderd maar ter plaatse van de voegovergang is zorgvuldigheid geboden. Een gangbare methode is een combinatie van een 0,5m – frees die over de lengterichting van de voegovergang ‘langsop’ gaat, met handmatig verwijderen van achterblijvende asfaltresten. Daarbij dient men te voorkomen dat de frees beton of staal beschadigt. Voegovergangen met een directe aansluiting van het asfalt op de staalconstructie vragen de meeste alertheid. In het bijzonder stalen sinusplaten, deze kunnen niet alleen beschadigd worden maar zelfs losraken. Als daarbij voorspanbouten beschadigen en bij noodzakelijke vervanging resten van de bouten achterblijven, dan zijn arbeidsintensieve specialistische handelingen nodig om de sinusplaten opnieuw te monteren.

 

Voorbeelden van raakvlak verharding – voegovergang

Wegonderhoud en verbeterde flexibele voegovergangen concept 4.1b, 4.1c

Bij onderhoud aan de verharding kan ook een verbeterde flexibele voegovergang in het wegvak voorkomen. In deze voegovergangen zijn voor het functioneren belangrijke onderdelen verwerkt die niet zichtbaar zijn. Omdat er vele jaren traditionele bitumineuze voegovergangen zijn toegepast en deze in dezelfde freesgang (als voor de asfaltdeklaag) zijn mee gefreesd, bestaat het risico dat deze verbeterde flexibele voegovergangen niet worden herkend. Om herkenning te bevorderen, kan de leverancier van de verbeterde flexibele voegovergang een markering toepassen voor het identificeren van de voegovergang. Een dergelijke markering is onder meer ontwikkeld door Schagen Infra voor de Silent Joint (concept 4.1b), een voegovergang waar spiraalveren in de bitumineuze massa zijn toe­gepast.

Opdrachtnemers van Rijkswaterstaat zijn zoals vermeld in hoofdstuk 2.6 en 7.2.2.4. inmiddels verplicht om op basis van RTD 1007-4 Richtlijnen voor flexibele voegovergangsystemen identificatie van flexibele voegovergangen mogelijk te maken door middel van een duurzame markering op een zichtbare locatie. Veelal gebeurt dit zoals in navolgend voorbeeld van hoofdstuk 7.2.2.4 op de voeg­overgang onder de geleiderail.

Fig. 7.2.2.4 a Voorbeeld markering flexibele voegovergang type 4.1b

Aanbrengen van nieuw asfalt

Bij het aanbrengen van een nieuwe asfaltverharding is het belangrijk dat passende maat­regelen worden getroffen om mogelijke vervuiling van de dilatatieopening te voorkomen. Vooral bij voegover­gangen met sinusplaten of vingervoegen kan het tamelijk lastig zijn om de vervuiling achteraf weg te halen zonder de sinusplaten of vingerplaten te demonteren. Dergelijke constructies kunnen vooraf worden ‘afgeplakt’ met dik karton of bijvoorbeeld hardboard.