4.1.6.2 Concept 1.4b (met deuvelverankering)

Principe

Het concept is gelijk aan concept 1.4a1, maar de stripanker is vervangen door een deuvelverankering. Deze verankering geldt als lichtere variant van de stripverankering. Dit type wordt niet geschikt geacht voor voegovergangen in wegen met verkeerscategorie 1 en 2. Dit typevoeg bleek in auto(snel)wegen niet duurzaam en was aanleiding tot het opstellen van de NBD400 Enkelvoudige voegovergangen en de ontwikkeling van het renovatiemodel 1.2b1

Aansluiting

Door het ontbreken van een mechanische verbinding en een uitstekende hechting op zowel beton als staal kan dit concept op zowel betonnen als stalen dekken worden toegepast.
Bij beton dient de cementhuid te zijn verwijderd middels stralen en het oppervlak schoon en droog te zijn (het vochtgehalte dient onder de 4% te liggen) .
Stalen ondergronden dienen gestraald te worden tot SA 2 1/2.

Varianten

Qua verankering zijn er twee basis varianten: deuvels en een sinusvormig gebogen langsstaaf.
Verder is het ook mogelijk dat de voegbalken van normaal epoxybeton in plaats van een flexibel polymeerbeton worden vervaardigd. Indien normaal epoxybeton wordt toegepast dan is de kans op onthechting op termijn groot.

 

Krachtswerking

Krachtsafdracht is in tegenstelling tot de stripankers niet gelijkmatig maar geconcentreerd bij de aangelaste deuvels.  Door stijfheidsverschillen tussen de polymeerbeton de stalen deuvels en de geconcentreerde oplegreacties worden de deuvels ter plaatse van de lassen zwaar belast op buiging en afschuiving.  Door de lichte dimensionering kan vermoeiing ontstaan in wegen met intensief vrachtverkeer.

 

Onverankerde nosing joint van polymeerbeton met deuvelverankering (1.4b)
Onverankerde nosing joint van polymeerbeton met deuvelverankering (1.4b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Specifieke aandachtspunten

Voor dit concept gelden dezelfde aandachtpunten als voor concept 1.4a.

Bijlagen

pdf Productblad MAURER K30-K50