4.3.2.2 Aandachtspunten bij toepassing

Specifieke aandachtspunten bij toepassing

Algemeen (voor alle typen):

De matten kunnen moeilijk een voorinstelling worden gegeven. Dit betekent dat bij het ontwerp er voldoende overcapaciteit in rekening moet worden gebracht.

Voorinstellen van een mat: in praktijk vaak niet toegepast

 

Gewapende matvoegen (concept 3.1)

Voor de waterdichtheid is een extra waterdichting in de vorm van een afdichtingsslab nodig. Deze afdichtingsslab niet toepassen onder de mat maar altijd aanbrengen op de verticale flanken van de dilatatievoeg.
Aanbrengen onder de mat leidt tot extra rubberdikte en relaxatie in de ankers. Tevens word voorkomen dat de slab een scherpe knik maakt en bij veroudering snel gaat scheuren. bovendien zal een mat die door verlies van voorspaning gaat schuiven of klapperen geen schade veroorzaken aan de slab. Op het laagste punt dient een afvoer te zijn voorzien.

De ankerkracht zal teruglopen door de kruip  in de rubberomhulling. Daardoor kan lossen van de moeren optreden. In principe zouden de moeren periodiek moeten worden nagedraaid maar dit wordt belemmerd doordat boutgaten normaliter worden afgevuld met een epoxy. Dit blijft een zwak punt van het ontwerp. Het is beter om de gaten te vullen met een flexibele massa die snel kan worden verwijderd waardoor het mogelijk wordt de moeren opnieuw aan te draaien

 

Geperforeerde matvoegen (concept 3.2)

De verticale maattoleranties van de rubbermat en klemlijsten dienen zeer streng te zijn. Een te dunne mat en/of te ruime klemlijst leidt tot onvoldoende inklemming en lekkage door achterloopsheid. Een te dikke mat en/of te krappe klemlijst leidt tot niet goed aanliggen van de klemlijst op de onderbouw. Dit leidt tot vermoeiing in de ankers door verkeersbelasting.