4.3.2.3 Verificatie en validatie

Het aantonen van de geschiktheid gebeurt normaliter door middel van een combinatie van rekenkundige analyses en testen.
Als algemene referentie hiervoor geldt EAD 120110-00-0107 Mat Expansion Joints
Daarnaast zijn praktijkervaringen, indien beschikbaar, erg belangrijk voor de validatie van het systeem. Hieronder worden de verificatiemethoden kort toegelicht:

 

Bewegingscapaciteit en weerstand tegen interne krachten

De capaciteit van een mattenvoeg dient door middel van een test bepaald te worden. Deze test is vastgelegd in de ETA 120109-00-0107 (nosing expansion joints) in Annex D.3.
Hierbij wordt een combinatie van bewegingen in zowel X, Y als Z-richting opgelegd. De optredende interne krachten als gevolg van deformatie van het rubber worden gemeten.
De matten worden in verband met relaxatie-effecten het voegprofiel 24 uur onder volledige compressie gebracht.

Daarnaast dient een test uitgevoerd te worden waarmee de weerstand tegen vermoeiing en slijtage door interne krachten en bewegingen wordt aangetoond. Zowel horizontale als verticale bewegingen dienen te worden getest. De interne krachten,worden daarbij gemeten en onthechting/scheurvorming en slijtage van contactvlakken wordt daarbij in beeld gebracht. Deze test is uitgewerkt in Annex B van de EAD.

 

Weerstand tegen verkeersbelasting

Hierbij gaat het enerzijds om de statische sterkte en anderzijds om de weerstand tegen vermoeiing door verkeersbelasting.

De statische sterkte en vervormingsgedrag dient middels testen te worden geverifieerd. In bijlage A van de EAD is de testprocedure uitgewerkt

Het dynamische gedrag van een mattenvoeg dient vooraf te worden onderzocht volgens bijlage D van de EAD. Dit betreft een test op volledige schaalgrootte waarbij het voegovergangsysteem wordt bereden door een vrachtauto, een zogenaamde “over rolling test” en middels rekstroken en versnellingsmeters en verplaatsingsmeters het gedrag wordt gemeten.

De weerstand tegen verkeersbelasting (vermoeiing en slijtage) wordt vervolgens middels testen aangetoond. Deze test is opgenomen in in Annex C. In aanvulling hierop dienen stalen onderdelen (stalen onderdelen in de mat en de verankering) ook rekenkundig te worden geverifieerd. In de EAD zijn in Annex D.2 uitgangspunten gegeven voor constructieve analyses.

In deze constructieve voorbeeldberekening wordt de weerstand tegen verkeersbelasting van een mattenvoeg geverifieerd.

Voor de weerstand tegen slijtage van het bereden oppervlak van de mat is een componenttest opgenomen in art 2.2.6 van de EAD, waarbij het materiaalverlies wordt gemeten conform ISO 4649 (methode B).

 

Comfort en veiligheid

Hierbij gaat om enerzijds om een beoordeling van de vlakheid en inzakking onder de voegbewegingen. Dit wordt beoordeeld bij de test voor de bewegingscapaciteit. Bij gewapende mattenvoegen zijn spleten aanwezig in het oppervlak. Deze dienen in de uiterste stand kleiner te blijven dan de toegestane waarde van 80mm.
Anderzijds gaat het om een beoordeling van de stroefheid. De ETA geeft aan dat een oppervlak >150x150mm een minimaal structuur moet hebben van 1,2mm. De eis geldt daarmee niet voor randprofielen en kleine sinusplaten, maar wel voor eventuele randbalken. Een beoordeling moet plaats vinden door middel van de skid resistance pendulum tester (SRT) volgens EN 13036-4.

 

Geluid

De EAD kent geen bepalingen m.b.t  geluidprestaties. De methodiek is voor Nederland vastgelegd in de RTD1007-3.
De leverancier is niet verplicht om een geluidlabel (GLW) voor zijn systeem middels geluidmetingen vast te stellen als hij gebruikt maakt van de algemene geluidlabelwaarden vanuit de RTD1007-1 (Meerkeuzematrix).

 

Waterdichtheid

De waterdichtheid wordt getest volgens de methode zoals omschreven in Annex D.4. Hierbij wordt een proefstuk van 1,0 meter lengte gemaakt waarin tevens een stuiklas is aangebracht zoals deze wordt toegepast. Om dit proefstuk wordt een bak gecreëerd waarin tenminste 3,0 cm gekleurd water boven het hoogste punt wordt aangebracht. Verder zijn de twee helften van het proefstuk onderling verstelbaar d.m.v. wartels.
Onder het proefstuk bevind zich een trechtervormige opvangbak waar eventueel lekwater in wordt opgevangen. Vervolgens wordt het proefstuk zowel in langsrichting als dwarsrichting in 6 cycli bewogen tot in de uiterste positie van de bewegingstest. Aan het einde van de test wordt beoordeeld of lekkage is opgetreden.
Indien de waterdichtheid van een mattenvoeg verkregen wordt middels een daaronder aangebracht afdichtingslab, dan mag dit afzonderlijk worden geverifieerd.

 

Duurzaamheid materialen

Conservering staal

Testen van het toegepaste systeem volgens EN12944 dienen uitgevoerd te worden.

Mat

Het materiaal waaruit de mat is vervaardigd wordt getest op diverse relevante eigenschappen, zoals hardheid, treksterkte en breukrek. Dit gebeurd zowel voor nieuw als kunstmatig verouderd materiaal. Ook wordt het materiaal chemisch belast met een zoutoplossing. De verandering van de materiaaleigenschappen moet binnen de in de EAD gespecificeerde toelaatbare grenzen blijven.

Voegbalken

De weerstand van mortelbalken tegen weersinvloeden moet worden getest in een vorst-dooicycli test.

Bijlagen

pdf 2005 Voegloze Overgangen A73 -compleet-18-07-2005
pdf Monitoring voegloze overgangen A50 2005
pdf Monitoring voegloze overgangen A50 2011
pdf Monitoring voegloze overgangen A50 2013
pdf Monitoring voegloze overgangen A50 2015
pdf Overzichtlijst integraalkunstwerken A50